Jezelf ontwikkelen met de Skillmatrix
Jon Hilhorst – Cuijk | Voordat ik jullie meeneem in de methodiek van de Skillmatrix in de Papierfabriek in Cuijk, zal ik mezelf eerst voorstellen. Ik ben Jon Hilhorst en al 37 jaar werkzaam bij dit bedrijf. Lange tijd ben ik werkzaam geweest als Supervisor en sinds 2020 in de functie van Praktijkopleider.
Wat is een Skillmatrix?
De Skillmatrix in de Papierfabriek is een systeem waarmee we enkele jaren geleden zijn gestart. Een Skillmatrix wordt per afdeling en/of machine specifiek opgezet en is eigenlijk nooit af. Dit komt omdat een afdeling continu aan verandering of verbetering onderhevig is. Wat dat betreft past het helemaal bij ‘een leven lang leren’. Door jezelf te ontwikkelen, blijf je bij in je vakgebied, werk je prettiger en ben je breed inzetbaar.
Het is een ontwikkelingssysteem waarbij er in matrixvorm per individu, ploeg of afdeling, per functie gevolgd kan worden welke skills/vaardigheden een operator beheerst en waar nog ruimte voor verbetering of (door)groei is. Het mooie van dit systeem is dat er een eenduidige manier van leren is en de ontwikkeling van de medewerker gevolgd kan worden.
Het begint met het opstellen van de Job matrix.
Hoe zit een Job matrix eruit?
In de Job matrix (= functie) wordt aangegeven aan welke kwalificatie een operator moet voldoen.
Onderstaand een voorbeeld hoe de Job matrix voor de Papierfabriek eruitziet:
Je ziet dat er dus voor functies een aantal Skill-blokken (step-up cards) op een bepaald niveau gehaald moeten worden. Voor Operator B stofvoorbereiding (SVB) heb je dus 10 step-up cards op B-niveau en 29 op I-niveau nodig. We onderscheiden 3 niveau’s: B = basiskennis, I = Intermediair (meer weten) en A = Advanced (expert).
Waarom zijn de step-up cards belangrijk?
De step-up cards geven per functie duidelijkheid welke onderdelen een medewerker moet beheersen en op welk niveau. Je kunt dus zien welk voorschrift, welk document, OPL of SOP de operator moet beheersen. Tevens staan er ook een aantal vaardigheden vermeld die je alleen kunt leren door ervaring op te doen. Dit noemen we dan “training on the job”.
Als voorbeeld houden we nog steeds operator B stofvoorbereiding aan.
De eerste 9 step-up cards moet de medewerker allemaal op I-niveau (intermediair) beheersen. Totaal zijn er voor de stofvoorbereiding 29 step-up cards. Tevens moet hij 5 step-up cards van de PM2 en 5 step-up cards van PM4 op basisniveau kennen (PM = papiermachine). Als operator weet je dan dat er dus in totaal 39 step-up cards behaald moeten worden. Dat is een flinke klus!
Hoe verloopt het ontwikkelingsproces?
De Skillmatrix is een ontwikkeltool voor bestaande of nieuwe operators om te kijken hoe ze zich kunnen ontwikkelen. Het helpt medewerkers en leiding om concreet richting te geven aan het persoonlijke leerdoel en leerproces.
Een nieuwe medewerker in de Papierfabriek, die zich wil ontwikkelen als operator, wordt binnen zijn eigen ploeg gekoppeld aan een mentor. De nieuwe medewerker gaat in overleg met zijn mentor en supervisor een traject in als operator stofvoorbereiding, gaat ervaring binnen de afdeling opdoen en werkt zelf aan zijn opleidingsplan behorende bij de functie van operator.
De praktijkopleider, de supervisor en de medewerker hebben regelmatig contact over de status van het traject. De supervisor plant hiervoor de afspraken in. Hierin wordt besproken of het traject volgens planning gaat en of er ergens ondersteuning nodig is.
Daar waar noodzakelijk kan er ook een externe opleiding gevolgd worden om op een bepaald theoretisch niveau te komen. Dit moet vanuit beide kanten natuurlijk een wens zijn als juiste stap voor de toekomst. Dit wordt besproken in een POP-gesprek (= Persoonlijk Ontwikkelings Plan) en in 1-op-1 gesprekken tussen medewerker en leidinggever.
Heeft een medewerker na een bepaalde tijd de step-up cards doorlopen en zijn deze door zowel medewerker als supervisor akkoord bevonden, dan kan er een toets worden afgenomen. Op deze wijze kan zowel het traject voor operator A als B worden gevolgd.
En tot slot de praktijktoets
De praktijkopleider neemt deze toets af. Hierbij worden steekproefsgewijs zaken getoetst. Dit wordt steekproefsgewijs gedaan, omdat natuurlijk niet alle onderwerpen aan bod kunnen komen.
Het gaat er ook niet om, om erachter te komen wat een operator niet weet maar juist wat hij wel weet en of dat voldoende is voor de functie, zodat de operator deze op een verantwoorde en veilige manier kan uitvoeren.
Om een toets af te kunnen nemen, is er altijd een aantal randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan:
- Alle step-up cards zijn volledig ingevuld door supervisor en operator.
- Alle SOP’s e.d. zijn in de aftekenmatrix door de supervisor goedgekeurd.
- Alle Safety voorschriften zijn in de safety matrix up-to-date.
Een toets zal daar waar mogelijk volgens de health-check-route van de desbetreffende machine of afdeling afgenomen worden.
Mooie praktijkvoorbeelden
Binnen de papierfabriek zijn inmiddels meerdere operators die met deze methodiek op een hoger(e) niveau/functie zijn gekomen. Zo heeft René Jamin zich de afgelopen jaren van nieuwkomer tot volwaardig Operator B stofvoorbereiding ontwikkeld.