Bretting II in Suameer heeft moderne opvolger
René Zonneveld (extern) – Volgt na 31 jaar trouwe dienst – en hard werken – een welverdiend pensioen? Niet altijd misschien, maar wel als je naam Bretting II is, en je standplaats Suameer. De Bretting II is een vouwmachine die het tempo van vandaag de dag niet meer kan bijbenen en daarom is vervangen door de PCMC32. En die machine is meer dan een simpele opvolger. Johannes van der Meer en Jasper Visser weten daar alles over te vertellen.
Johannes: “De Bretting kon domweg de vraag niet meer aan. De productie is in de loop der jaren wel vijf keer meer geworden. Jasper: “Dat komt omdat de Bretting twee afwikkelbokken heeft, dat bepaalt de maximum-capaciteit. Bij de nieuwe machine zijn dat er vijf. Vijf rollen die in één keer worden afgewikkeld en verwerkt.”
Automatische rolwissel
Behalve het hogere aantal afwikkelbokken is de nieuwe converting-machine ook technologisch en qua mogelijkheden een flinke stap vooruit. Logisch natuurlijk, met een leeftijdsverschil van 31 jaar. Jasper: “Zo verloopt de rolwissel nu automatisch, waar we dat tot voor kort altijd handmatig moesten doen. Rollen worden automatisch aan elkaar gehecht, dus als de ene rol leegloopt, wordt de volgende overgenomen. Dit noemen we automatic splicing en dit bespaart veel stilstand.”
In tegenstelling tot de oude machine biedt zijn opvolger ook de mogelijkheid tot interfolding. Voor wie dat niet direct iets zegt, legt Johannes uit: “Bij de Bretting II werd een doekje eenmaal gevouwen en die kwamen dan bovenop elkaar te liggen. Bij interfolding is het zo dat ze deels in elkaar worden gevouwen, als een Z-vorm. Dus dat betekent dat als je een doekje uit de dispenser haalt, de volgende direct beschikbaar is.” Jasper: “Dat betekent dus ook een product-upgrade voor onze klanten.”
Eén vouwwijze
Met zowel de Bretting II als PCMC32 worden twee (non-woven) doekformaten geproduceerd. “Een korte en een lang doek,” aldus Jasper, “zo noemen we dat hier intern ook. In de markt heten deze producten respectievelijk W4 & W7. Voordeel van niet meer dan twee formaten en één vouwwijze is dat je veel kunt standaardiseren en je niet uitvoerig hoeft om te bouwen.” Bretting II begon als machine met alleen de W4 variant. Johannes: “Met het project OneTwoMove realiseerden we een implementatie van de W7 variant van onze Bretting I naar de Bretting II. Daarnaast kwam er destijds ook een inpaklijn bij, wat de mogelijkheden tot productuitbreidingen en ontwikkelingen vergrootte”.
De nieuwe machine staat nu bijna twee jaar in Suameer. “Een periode die we gebruikt hebben voor Technology Acceptance Tests, gevolgd door een Product Acceptance Test”, aldus Jasper. “Dat is de periode dat we de kinderziektes eruit konden halen. Je produceert dan wel, maar niet direct naar aanleiding van de marktvraag. De – goede – producten hebben we gebruikt om voorraad op te bouwen voor de launch naar de markt toe.”
En toen was er corona…
Waar bij de ingebruikname van een nieuwe machine teams vaak naar de fabrikant gaan, en de fabrikant op locatie komt, liep dat ditmaal anders. Johannes: “De lijn zoals die hier staat, is uit verschillende onderdelen opgebouwd, die afkomstig zijn uit verschillende landen. De kern van de machine is Amerikaans, en andere delen komen uit Frankrijk, Duitsland, Italië en Servië. We werden gehinderd door de corona-periode, dus een trip naar het buitenland zat er voor de teams niet in. Hierdoor heeft de aanlooptijd relatief lang geduurd. In totaal zijn we twee jaar bezig geweest.” Jasper: “De eerste ploeg heeft training gehad tijdens de corona-periode, we zijn nu bezig met het trainen de derde ploeg.”
De Bretting II mocht zijn werkzame leven overigens niet rustig afbouwen. Met zijn ruim 80.000 uur ‘men operating time’, hebben Johannes en zijn team nog een speed-upgrade uitgevoerd. Dat leverde nog een winst op van drie procent ME (Machine Efficiency). Zo is tot op het laatst nog het maximale uit de machine gehaald. En dat alles met een minimum aan manuren. Johannes: “In ‘91 stonden we hier met vijf man aan de lijn te werken, nu stonden we er nog met één. Dat gaan we met de nieuwe lijn niet redden, dat is niet te belopen. De machine is groter en ook veel sneller, dus er moeten zeker twee operators aan staan.”
Dat er nu met de nieuwe lijn voorraad wordt opgebouwd is hard nodig, want er staat nog een verhuizing voor de deur. De Bretting II wordt dan ontmanteld en de PCMC verhuist naar de plek die de Bretting II achterlaat. Naar schatting kost die verplaatsing vier tot zes weken. Naar verwachting kunnen we daar in de volgende Absorber wat meer over vertellen.