Pensioenfonds: herstel van dekkingsgraad

Mathijs van Gool

Mathijs van Gool – De dekkingsgraad van het pensioenfonds is na de diepe dip in augustus van dit jaar weer opgelopen richting de 100%. Dit is het gevolg van een lichte stijging van de rente en ook het hoge rendement van de beleggingen in aandelen, vastgoed/infrastructuur en hoogrentende obligaties.

Tot en met eind november bedroeg het totale rendement circa 19%. Het vermogen steeg vanaf eind 2018 met circa 90 miljoen euro (!) en bedraagt momenteel circa 560 miljoen euro. Al met al blijkt dat de Nederlandse pensioenen met de ambitie om én zekerheid te bieden én kans te geven op koopkrachtbehoud extreem gevoelig zijn voor de rente. Daarmee is de welstand van de Nederlandse pensioensector een afspiegeling geworden van de rente. Nu die zo laag is, is de sector in mineur.

Nederland heeft beste pensioensysteem…

Jaarlijks wordt er een wereldwijd onderzoek gedaan naar pensioenvoorzieningen. Wederom is Nederland hier het beste uitgekomen. Door de combinatie van een AOW-pensioen met een aanvullend pensioen (uit een arbeidsverleden) is er een uitstekend inkomen tijdens de pensioenfase. In het achterhoofd zit ook nog veelal de welvaart van de eigen woningen, die bij pensionering meestal een enorme overwaarde hebben. In Nederland komt er nauwelijks armoede voor onder de ouderen zo blijkt uit diverse onderzoeken. Toch is er geen match met de huidige gevoelens over ons pensioen. Dreigende kortingen, stilstand in koopkracht van ouderen, onrechtvaardige deling van pensioenpremies in een individualiserende maatschappij geven juist onvrede over het Nederlandse pensioenstelsel.

… maar maatschappelijke veranderingen vragen om aanpassingen

De oplossing die de regering voor deze ontwikkelingen nodig acht, is dat iedereen een gelijke fiscale premie voor pensioen mag sparen en beleggen en dat zekerheid te duur wordt. Pensioenen zullen dus onzekerder worden. Voordeel is dan wel dat pensioenen minder afhankelijk worden van de rente die nu leidt tot lage pensioenen. Het resultaat is dat Nederland naar een meer individueel kapitaalstelsel opschuift. Om dit wel optimaal in te richten blijft de verplichtstelling gehandhaafd en wordt gestreefd naar collectief beleggen om hier optimaal, collectief, de benodigde beleggingsrendementen te behalen.

Eigenlijk zijn veel politieke partijen, sociale partners, jongeren en ouderen het met deze richting eens, en ook de vakbonden hebben ervoor getekend. Alleen is de overgang naar dit stelsel een bijna onmogelijke klus. Voor uitvoerbaarheid moet de periode zo kort mogelijk zijn. Echter bij deze overgang zijn de overgangskosten ongeveer 60 miljard euro. Dit herverdelingsvraagstuk moet nog worden opgelost.

Is het pensioenfonds voorbereid?

In 2019 heeft het bestuur van Stichting Pensioenfonds Essity en het Verantwoordingsorgaan zich met externe experts verdiept in het nieuwe Pensioenakkoord. Kansen en risico’s zijn in kaart gebracht en er is gekeken naar de financiële verwachtingen voor naar de toekomst. Het pensioenfonds is nauw aangesloten met het technisch overleg met sociale partners die natuurlijk ook volop met de ontwikkeling aan de gang zijn. Door het ontbreken van details over de uitwerking van het akkoord is er echter nog weinig concreets te bepalen. Wel is het duidelijk, dat hoe complex de overgangsperiode ook wordt, de richting voor de toekomst van het Nederlandse pensioenlandschap in het algemeen toch wel vastligt. En daar is het pensioenfonds op voorbereid.

Overige ontwikkelingen

De complexiteit voor het pensioenfonds als financiële instelling en vermogensbeheerder enerzijds en administratie en voor uitkeringen anderzijds neemt met de dag toe. Er zijn nieuwe Europese regels, nieuwe wetgeving in Nederland, hogere eisen voor transparantie en bijvoorbeeld maatschappelijk verantwoord beleggen. Er worden meer toezichtsorganen verplicht gesteld voor het fonds (door wetgeving) en het toezicht neemt in intensiteit toe. Als deze complexiteit leidt tot meer werk en gaat gepaard met hogere kosten. Ook de kosten van de twee toezichthouders, De Nederlandsche Bank en de AFM, stijgen elk jaar fors. In 2018 stegen de belasting- en toezichthouderskosten met 25%, terwijl de administratiekosten slechts met 2% toenamen. Het pensioenfonds streeft naar best-practice tegen zo laag mogelijke kosten en slaagt erin deze voor haar kernactiviteiten redelijk stabiel te houden. Maar door alle bovenstaande ontwikkelingen zijn kostenstijgingen niet tegen te houden. Schrale troost is dat alle Nederlandse pensioenfondsen hier mee te maken hebben.

Het bestuur en de directie van Stichting Pensioenfonds Essity wenst al onze collega’s plezierige kerst- en feestdagen en een gezond en voorspoedig 2020.


Het pensioenfonds informeert belanghebbenden periodiek via nieuwsberichten op haar website www.mijnessitypensioen.nl. Voor additionele informatie kijk op de website of neem contact op met Mathijs van Gool, mathijs.van.gool@essity.com of bel 06-507 43 778.

Deel dit artikel